.


"A dog is the only thing on earth
that loves you more
than you love yourself"
- Josh Billings -

 

e-mail



Russische Laika's

Bron: Kennelgazet, jaargang 1, nummer 7

De Russische Laika's zijn veelzijdige jachthonden die in de uitgestrekte wouden van Siberië door professionele jagers op allerlei soorten wild gebruikt worden. Er zijn drie officieel door de FCI erkende rassen: de West-Siberische Laika, de Oost-Siberische Laika en de Russisch-Europese Laika. De laatstgenoemde is nauw verwant aan de Karelische

Berenhond.

Er bestaat nog een vierde soort Laika, maar dit ras komt alleen in Rusland voor en is niet door de FCI erkend: de Karelo-Finse Laika. Deze Laika lijkt sprekend op de Finse Spits; waarschijnlijk is dit geen ander ras, maar hebben de kunstmatige, door mensen getrokken grenzen één hondenpopulatie in tweeën gesplitst.


West-Siberische Laika
West-Siberische Laika
Oost-Siberische Laika
Oost-Siberische Laika

De Laikrassen behoren tot de groep van Spitsen. Dit oude type hond is zeer kenmerkend voor het gehele noordelijke halfrond. In alle noordelijke landen zijn plaatselijke varianten te vinden van honden die op Spitsen lijken. Sommigen werden van oudsher gebruikt voor de jacht, anderen dienden als herdershond en waakhond en weer anderen als sledehond. Deze rassen hebben zich eeuwenlang voornamelijk door natuurlijke selectie ontwikkeld. Pas de laatste tientallen jaren vindt selectief, georganiseerd en bewust fokken plaats. Laika’s moeten aan externe omstandigheden, zoals kou en sneeuw, aangepast zijn en moeten over voldoende intelligentie beschikken om zelfstandig te kunnen overleven.

 

De Siberische jagers konden het zich niet veroorloven om honden te houden die ieder op een ander terrein gespecialiseerd waren. Een Laika moet daarom in staat zijn alles te doen waar zijn baas behoefte aan heeft. Als er iets mis is met de hond of als het geen goede jachthond is,

wordt hij eenvoudigweg gedood. Daarom hebben deze rassen zich ontwikkeld tot krachtige en gezonde honden, alleen hun uiterlijke verschijning is niet altijd homogeen. De jagers zelf wonen in de wildernis; zij geloven dat een Laika deel uitmaakt van de natuur en dat het bos zijn natuurlijke omgeving is.

 

In vroeger tijden werden Laika’s beschouwd als simpele en nederige boerenhonden die voornamelijk werden gehouden door stammen die in afgelegen gebieden leefden, terwijl de adel jaagde met edele dieren zoals Barzois en volbloed paarden. Als gevolg hiervan werd er niet veel aandacht besteed aan de Laikarassen en is er tot aan de jaren twintig van de vorige eeuw heel weinig geschreven over deze honden. In de tijd raakten jagers geïnteresseerd in deze veelzijdige honden, maar pas na de Tweede Wereldoorlog begon men ze doelmatig te fokken. Honden uit de verre wildernis werden naar grote steden als St. Petersburg gehaald, waar ze gebruikt werden om de fokprogramma’s te versterken.


Russisch-Europese Laika
Russisch-Europese Laika
Karelische Berenhond
Karelische Berenhond

In Rusland is pas tien jaar geleden een Kennelclub opgericht. Daarvoor waren er wel verscheidene organisaties voor de jagers met hun jachthonden, voor werkhonden en voor zogenaamde ‘decoratieve’ honden. De jagers voelden zich niet zo geroepen om toe te treden tot de georganiseerde wereld van de rashonden of om internationale samenwerking te zoeken. Het is nog steeds zo dat zij bepaald niet staan te juichen bij het idee dat Laika’s in West-Europa enige populariteit hebben verworven als tentoonstellings- en huishonden. Zij willen de originele jachtcapaciteiten bewaren en zien dat als het meest belangrijke doel in de fokkerij. Tentoonstellingen van de jagers leken en lijken ook nu nog meer op fokselecties waarbij vooral de functionele aspecten van de honden gewaardeerd worden.

 

Laika’s hebben een vriendelijke aard. Ze zijn heel gevoelig en kunnen veel commando’s leren onderscheiden. Alhoewel de reuen zich gemakkelijk laten verleiden tot een robbertje vechten met andere reuen, zijn deze

honden altijd vriendelijk en betrouwbaar – nooit agressief – voor mensen. Vanwege deze eigenschappen en omdat veel stadsmensen met ‘groene’ ideeën de Laika exotisch en charmant vinden, hebben deze rassen ook liefhebbers gevonden onder niet-jagers.

Toch is de Laika ook vandaag de dag overwegend de hond van de jager die niet geïnteresseerd is in tentoonstellingen, kampioenstitels en zelfs niet in veldwedstrijden. Men zegt dat de Laika zo intelligent is omdat hij zich heel snel realiseert dat het bij veldwedstrijden geen kwestie is van echt jagen, maar van spelen en dat hij er dan niet eens de moeite voor neemt om zijn best te doen. Daarom vallen de resultaten altijd tegen in vergelijking met de werkelijke capaciteiten van de hond. Dit is de reden waarom mensen een ander ras kiezen als ze een wedstrijdhond willen. In Rusland houdt men wedstrijden en jaagt men met Laika’s op verschillende prooien variërend van beer en eland tot eekhoorn, van wild zwijn tot nerts en op vogels zoals de wilde eend en de auerhaan.


Karelo-Finse Laika
Karelo-Finse Laika
Finse Spits
Finse Spits

NB:
Op 5 juli 2006 is in een overeenkomst vastgelegd dat de Finse Spits en de Karelo-Finse Laika voortaan tot hetzelfde ras behoren. Vanaf deze datum zijn beide rassen in de FCI-rasbeschrijving van de Finse Spits (FCI-nr. 49) opgenomen. Reden voor deze beslissing is een verbreding van de genetische basis.

De verschillen tussen de drie rassen zijn niet altijd even duidelijk omdat het voor de jager niet zo belangrijk is hoe zijn honden eruit zien, zolang ze maar in staat zijn het werk uit te voeren. Het fokken van jachtcapaciteiten is dus veel belangrijker dan grootte, kleur of de vorm van het hoofd. Het is daarom niet altijd gemakkelijk om de rassen uit elkaar te houden, tenzij een hond een zeer uitgesproken vertegenwoordiger is van één van de drie rassen.

Dit geldt met name in gebieden waar de jacht een professionele branche is. In deze regio's komen nog maar zeer weinig raszuivere Laiki voor, omdat bij het fokken alleen wordt gekeken naar de jachtkwaliteiten en niet naar het uiterlijk. Iedere hond wordt derhalve getest en het is geen uitzondering dat een beroepsjager met een aantal honden het bos in trekt en met de helft van de honden terugkeert. De honden die niet aan de eisen voldoen, worden eenvoudigweg gedood en achtergelaten. In de gebieden in en om de steden komen de meeste raszuivere Laiki voor, waar ze worden gehouden door hobby jagers.

Vanwege het feit dat vroeger en in veel gebieden ook vandaag de dag nog, het reizen in Rusland moeilijk is en de afstanden zeer groot zijn, komen er bovendien ook verschillende plaatselijke populaties

met kleine verschillen binnen één ras voor.

In Rusland wordt de populatie Laikarassen geschat op zo’n 65.000 individuen. Daarnaast bezitten jagers nog een aantal ongeregistreerde honden. Buiten Rusland heeft Finland waarschijnlijk de grootste populatie Laiki, daarna volgen de andere Scandinavische landen. De Laikarassen zijn in de meeste Europese landen wel bekend, maar de populatie is klein en ze zijn maar af en toe op grote internationale tentoonstellingen te zien. Dat is begrijpelijk, want de vraag naar dit soort jachthonden is gering. In de meeste Europese landen is de jacht op groot wild tegenwoordig niet langer mogelijk. Wilde zwijnen zijn in Midden-Europa vrij algemeen, maar elanden komen alleen in het noorden voor. De jacht op beren is verboden of in ieder geval, in landen waar bruine beren voorkomen, aan strikte regels gebonden. Het houden van beren om er honden op te testen is absoluut verboden in de westerse wereld. Toch zouden de fokkers en keurmeesters – mocht het de toekomst van de Laika zijn om te verworden tot een aantrekkelijke tentoonstellingshond en een fijne kameraad – zijn afkomst moeten respecteren; aan het originele karakter en uiterlijk zou niet gesleuteld mogen worden.