Bron: Russisch jachttijdschrift, 2005
Door: Sergey Bogatov, Manager Faunabeheer en Kynologisch Expert van de Eerste Categorie
Vertaling: Sergey and Tatyana Desyatovy i.s.m. Ellen Gerritsen ©
Het Zhigalov district ligt in het centrum van de provincie Irkutsk (Irkutsk Oblast). Het regionale centrum, de plaats Zhigalovo, bevindt zich circa 400 kilometer van Irkutsk, aan de oever van de rivier de Lena , die het gebied in tweeën verdeelt.
Het district heeft een oppervlakte van 2.000.200 hectare, waarvan het grootste gedeelte uit naaldbossen bestaat en wordt beschouwd als een zeer productief jachtgebied. Het wordt wel de “handelsparel” van de provincie Irkutsk genoemd. Gedurende de laatste jaren heeft deze regio, met een jaarlijkse opbrengst van ruim 64.000 huiden, een leidende positie ingenomen waar het gaat om de jacht op eekhoorns. Ook is dit gebied goed voor circa 1.500 sabeldierhuiden per jaar. Het is niet vreemd dat deze regio wordt beschouwd als een klassiek “honden” gebied, als men weet welke methoden worden gebruikt voor het verkrijgen van deze pelsopbrengst. Niet minder dan 100% van de eekhoornpelzen en 85% van de sabeldierpelzen wordt
verkregen met behulp van honden. Honden vormen de basismiddelen in deze tak van jacht. Helaas laat de conditie van deze middelen de laatste jaren veel te wensen over.
Oost-Siberische Laika’s uit het Zhigalov district zijn al sinds lange tijd befaamd om hun uitstekende werkkwaliteiten en hun exterieur. Maar sinds het begin van de jaren ‘90 was er een sterke daling zichtbaar in het niveau van de jachthondenpopulatie (met name met betrekking tot het exterieur).
Deze ontwikkeling is te wijten aan de economische crisis die invloed had op de jachtfaciliteiten in de regio en in de gehele provincie Irkutsk. Het aantal aanvragen voor het fokken van jachthonden was drastisch verminderd en de prijzen van pelterijen waren zo laag dat ze vaak zelfs niet kostendekkend waren. Gevolg hiervan was dat een deel van de pelsjagers stopte met jagen en hun honden liquideerde.
In 1991, toen met de exploitatie van de gasbron in Kovykta werd begonnen, was dit tevens het begin van een oncontroleerbare import van verscheidene, niet inheemse hondenrassen. In dorpen waar Laika’s traditioneel in vrijheid werden gehouden leidde dit tot ernstige negatieve consequenties. Het aantal honden met een stamboom verminderde sterk. Was het gemiddelde aantal honden op tentoonstellingen met de kwalificatie “uitmuntend” in 1991 nog 31%, in 2001 was dit percentage gedaald tot slechts 10%. Eén van de kenmerken van de jachthondenpopulatie uit het district Zhigalov was de hogere kwaliteit van het exterieur van de teven in vergelijking met dat van de reuen. Dit komt voort uit het feit dat in dit gebied de bloedlijn van de teven de basis vormde voor de ontwikkeling van het ras in plaats van de bloedlijn van de reuen. Een eventuele reden hiervoor kan zijn dat Laika’s in vrijheid gehouden werden en de voor deze honden zo kenmerkende mono-oestrische cyclus; teven zijn
slechts éénmaal per jaar loops, meestal in de herfst tijdens het jachtseizoen. Derhalve was het slechts mogelijk om een bloedlijn met een reu te hebben, binnen de grenzen van de groep honden van één en dezelfde eigenaar 1).
Vanwege hun grotere werklust en trouw werd er aan teven meer aandacht besteed.
Onder de reuen die in vrijheid leefden kwam een hoger sterftepercentage voor (gevechten, verkeer etc.). Er zijn gevallen bekend van eigenaren die buitengewoon actieve reuen tijdens de loopsheid van teven, als de honden niet werkten zoals ze zouden moeten en niet voor een dekking gebruikt werden, gewoonweg doodschoten. Deze problemen met betrekking tot het fokken van jachthonden heeft tot gevolg dat de tevenpopulatie minder te lijden heeft gehad. Op een tentoonstelling in 2003, werd 31% van de teven als “uitmuntend” gekwalificeerd, slechts 17% van de reuen kreeg deze kwalificatie.
Vanuit verschillende bronnen die het exterieur beschreven, is de teruggang in schofthoogte noemenswaardig. Mogelijke oorzaken voor deze verlaging van de algemene standaard zouden kunnen zijn: de
slechte kwaliteit van het voedsel in dorpen en de totale afwezigheid van veterinaire diensten.
De kwaliteit van de jachteigenschappen van de Laika’s uit het Zhigalov district is hoger dan de kwaliteit van het exterieur van deze honden.
De eerste oorzaak hiervoor is de strenge selectie. Er is slechts één concept met betrekking tot de manier waarop Laika’s gehouden worden: iedere hond moet zijn eigen maaltijd verdienen. Daarom achten jagers het wenselijk om honden te gebruiken voor die manier van jagen die het maximale oplevert. Een dergelijke aanpak brengt echter ook negatieve consequenties met zich mee. In de jaren ‘80 heeft de populatie “zverovyh” 2) honden onder deze aanpak geleden. De
verkoopwaarde van een gemiddelde eland was gelijk aan die van een sabeldier, echter was er een aanzienlijk verschil in additionele kosten. Het aantal hoefdieren was groot en “zverovyh” honden jaagden vaak op deze soort wild in plaats van op de sabeldieren waar ze op zouden moeten jagen, met als gevolg dat jagers deze honden vaak gewoonweg liquideerden.
Vanwege dezelfde economische redenen was er recentelijk een tendens te zien in de afname van de populatie specialistische, op eekhoorn jagende honden, aangezien de jacht op eekhoorn totaal geen winst opleverde. Daarom werden honden die niet op andersoortig wild konden jagen afgemaakt.
In het algemeen is er in het Zhigalov district altijd een voorkeur geweest voor het fokken van honden voor de pelsindustrie, met name sabeldier. Deze honden vormden en vormen nog steeds de elite
van de populatie; ze worden gewaardeerd, beschermd en zo veel mogelijk voor het fokken gebruikt, aangezien er een stabiele vraag is naar pups van honden die zijn gespecialiseerd in de jacht op
sabeldier. De reden hiervoor is eenvoudig: de pels van sabeldieren is altijd populair geweest. Dit had tot gevolg dat de werkcapaciteiten van de inheemse honden, die werden gebruikt voor de jacht
op sabeldier, tot in de perfectie zijn ontwikkeld door de eeuwen heen. De analyse van jachtproeven in het gebied onderstreept dit: 96% van de deelnemende honden behaalde een certificaat voor de
jachtproef op eekhoorn of auerhoen, 54% behaalde zelfs een eerste prijs.
De resultaten van jachtproeven op beer schetsen een iets ander beeld. Slechts 23% van de honden behaalden een certificaat, waarvan 6% een tweede prijs en 17% een derde prijs. Dergelijke resultaten worden deels
veroorzaakt door de invloed van de pelsindustrie op de fokkerij en deels door het feit dat inheemse honden aanvoelen dat een jachtproef een slechts een “spelletje” is en derhalve tijdens een
jachtproef niet datgene laten zien wat ze onder normale omstandigheden zouden doen.
De meerderheid van de inheemse jacht Laika’s hebben genetisch gezien aanleg voor universeel werk. Zoals reeds eerder vermeld, bevinden zich onder de honden die goed jagen op pelsdieren ook veel honden die goed jagen op haarwild, echter maar een klein gedeelte van deze honden kan de overstap maken naar de jacht op hoefdieren. De meeste problemen onder de jachthonden populatie in het gebied worden veroorzaakt door onregelmatig en ongeschikt werk en zelfs zonder enig werk. Reden voor dit soort situaties was de slechte financiële steun, die zelfs helemaal ontbrak tegen het eind van de jaren ‘90. Vanaf 2000 stabiliseerde de financiële steun afkomstig van jachtorganisaties en locale autoriteiten zich en het serieuze werken met Laika’s begon.
Op 4 regionale tentoonstellingen en op de Eerste Interr3egionale Tentoonstelling voor Oost-Siberische Laika’s in september 2004 behaalden de vertegenwoordigers van het Zhigalov district de eerste prijs. Zowel op de Irkutsk Regionale Tentoonstelling voor Jachthonden (2001) als op de Eerste Russische Tentoonstelling voor Oost-Siberische Laika’s in Irkutsk (2003) werden de vertegenwoordigers van het Zhigalov district geacht de allerbesten te zijn en daarnaast bleven ze niet onverdienstelijk op de III Nationale Tentoonstelling in St. Petersburg (2003) 3).
In het gebied werden jaarlijks jachtproeven op eekhoorn georganiseerd. Ook werd begonnen met het organiseren van interdistrict en regionale jachtproeven op beer, waarbij de honden getest werden op het werken met beren in holen. Deze inspanningen om het fokken van pure honden te bevorderen begonnen hun vruchten af te werpen en hadden
tevens een positief effect op het exterieur van de honden. Echter zijn dit minimale resultaten en het is te prematuur om te spreken van een serieuze ommezwaai in de situatie. Nog steeds is het fokken van jachthonden in het Zhigalov district in gevaar en niet alleen in dit gebied: ook in de meeste andere districten die deel uitmaken van de provincie Irkutsk. Het is noodzakelijk dat er dringende maatregelen genomen worden om de situatie onder controle te houden. Voor het monitoren van deze maatregelen is een nauwe samenwerking noodzakelijk met de autoriteiten van de provincie Irkutsk met betrekking tot een speciaal programma voor de financiering en regelgeving (een verbod op de import van andere rassen naar de betreffende districten bijvoorbeeld). Oost-Siberische Laika’s zijn de parel van de provincie Irkutsk en met vereende krachten dienen we de populatie te behouden en te verbeteren.
Noot
van de vertalers:
1)
In de meeste gevallen valt de loopsheid in het jachtseizoen en is de eigenaar met zijn honden in de wildernis om te jagen. Tegen het einde van het jachtseizoen keren de jager en honden terug naar
het dorp, echter is de loopsheid dan veelal voorbij, zodat een dekking alleen mogelijk is met een reu die tot dezelfde eigenaar behoort.
2) “zver” is het Russische woord voor beest en in Siberië wordt groot wild, zoals beer,
eland en hert, “zver” genoemd. Honden die goed jagen op “zver”
worden “zverovye” genoemd.
3) In Rusland wordt door elk district, regio of vereniging een groep vertegenwoordigers afgevaardigd naar tentoonstellingen. Deze groep ontvangt punten (10 punten voor de kampioen, 5 punten
voor de winnaar van de klasse etc.). De ontvangen punten worden uiteindelijk getotaliseerd.